Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Inslikken

betekenis & definitie

(slikte in, heeft ingeslikt), naar binnen slikken : hij slikte een speld in; — hij loopt alsof hij een stok heeft ingeslikt, zo recht en stijf; — (fig.) (klanken, woorden) niet geheel uitspreken, niet duidelijk laten horen: die predikant slikt altijd de laatste ivoor den van de volzin in ; — zijn woorden, zijn tong weer inslikken, terugnemen wat men gezegd heeft; — tranen inslikken, bedwingen of verbergen.