Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Inlands

betekenis & definitie

bn.,

1. van, uit, in het land zelf, er thuis behorend : inlandse gewassen, nijverheid, brandewijn; [in N.-Nederland thans vrijwel alleen van planten en dieren gezegd, in andere gevallen bezigt men binnenlands];
2. behorende tot, betr. hebbend op de inheemse bevolking, inz. van O.-Indië : een inlands meisje; zelfst.: een inlandse.