v. (-s),
1. zij die het huis bestuurt (thans alleen met een bep.): zij is een goede, een zuinige huishoudster;
2. vrouw die (voor loon) bij ontstentenis der huisvrouw de huishouding bestuurt: een huishoudster gevraagd; — (Ind.) concubine ;
3. (gew.) hangkast je aan de mum.