onbep. en vrag. telw., welk aantal of bedrag : hoeveel appelen hebt gij? ; hoeveel geld heb je bij je? welke mate van: hoeveel tegenspoed hij ook heeft, hij blijft opgeruimd; — het znw. wordt vaak weggelaten als uit het verband voldoende blijkt wat bedoeld wordt: hoeveel is het?, hoeveel geld; hoeveel kost dat boek?; hoeveel schelen zij?, hoeveel jaar ; — in verbogen vorm: met hoevelen waart gij?, met welk aantal (personen); ik weet niet met hun hoevelen zij zijn. [Het accent wisselt.]
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk