Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

H a d es

betekenis & definitie

Gr. Ai'des of Aidoneus' [die onzichtbaar maakt], bij Homerus de zoon van Cronus en. Rhea, die, als hun drie zonen de wereld onder elkaar verdelen, de Onderwereld toebedeeld krijgt, waar hij heerst over de schimmen ; vand. Hades metonymisch voor Onderwereld.

Hij heet ook de onderaardse Zeus en wordt als deze afgebeeld maar met een somber, grimmig gelaat. Als onderaardse god is hij de schenker van de rijkdom, die als metaal en in de vorm van gewassen uit de aarde voortkomt; vandaar zijn andere naam Plutoon (Gr. ploutos, rijkdom), Rom. Pluto of Dis. De cypres en de narcis waren hem gewijd ; men offerde hem zwarte dieren, en als men tot hem bad, richtte men de handpalmen naar de grond.