Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Gruwel

betekenis & definitie

m. (-en),

1. (gew.) huivering;
2. afschuw, hoogste afkeer: een gruwel van iets hebben;
3.iets waarvan men gruwelt, waarvan men een afschuw heeft: .het is mij een gruwel; o gruwel! ; wat hoog is onder de mensen, is een gruwel voor God (Luc. IC : 15); — in bijb. taal ook wel van een persoon gezegd;
4. verfoeilijke handeling, wanbedrijf, afgrijselijke daad : gruwelen bedrijven; ’t is een gruwel, zoveel geld als hij uitgeeft.