v. (-s, -en),
1. verdichte vertelling waarin een zedeles aanschouwelijk wordt voorgesteld en waarin dieren of dingen als handelende personen optreden: de fabel van de wolf en het lam; de moraal ener fabel, wat zij leren wil.
2. verdichtsel, verzinsel; thans nog slechts gewoon in de verkleinvorm: dat is maar een fabeltje.
3. verhaal uit de mythologie.
4. de fabel van een gedicht, van een toneelstuk, de zakelijke inhoud, de handeling daarvan.