Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie R
- Rapschotel
- Rapsodie
- Rapte
- Raptim
- Raptor, largitor
- Rapunzel
- Rapunzelklokje
- Rapunzelsla
- Rapzak
- Rapziekte
- Rara
- Rara avis
- Rara avis (in terris, nigroque simillima cygno)
- Rara est adeo concordia formae / atque pudicitiae
- Rarak
- Rarefactie
- Rarekiek
- Rarekiekkast
- Rari nantes in gurgite vasto
- Rarig
- Rarigheid
- Rarigheidje
- Raring
- Rarissime
- Raritei’tenkabinet
- Raritei’tenkamer
- Raritei’tenkast
- Raritei’tenverzamelaar
- Raritei’tenverzameling
- Rariteit
- Rariteitje
- Ras
- Ras (draaikolk)
- Ras (gekeperde stof)
- Ras (soort)
- Ras (stadhouder)
- Rasamala
- Rasant
- Rasbegrip
- Rasbescherming
- Rasbesef
- Raschip
- Rasdier
- Rasecht
- Rasegoïst
- Raseigenschap
- Raselement
- Raseren
- Raserend
- Rasgemeenschap
- Rasgenoot
- Rasgevoel
- Rasheid
- Rashoen
- Rashoenhond
- Rashoenindeling
- Rashoeninstinct
- Rashoenkenmerk
- Rashoenkleur
- Raskolniken
- Raskruising
- Rasloos
- Rasp
- Raspaard
- Raspatorium
- Raspboef
- Raspcelpoliep
- Raspeinde
- Raspel
- Raspelen
- Raspelvijl
- Raspen
- Rasper
- Rasperdoppers
- Raspererwten
- Rasperig
- Rasperij
- Rasphok
- Rasphouw
- Rasphuis
- Raspig
- Rasping
- Raspje
- Rasploert
- Raspmachine
- Raspmolen
- Raspoppasser
- Rasproleet
- Raspsel
- Raspvader
- Raspvijl
- Raspvolk
- Raspzaag
- Rasram
- Rasschaap
- Rassenhaat
- Rassenhygiëne
- Rassenjustitie
- Rassenkunde
- Rassenkundig
