Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Eisen

betekenis & definitie

(eiste, heeft geëist),

1. verlangen, vorderen als zijn of op grond van een recht, als voorwaarde stellen waaraan voldaan moet worden: iets van iem. eisen; rekening en verantwoording eisen; de overwinnaar eiste voor alles onderwerping; de examinator was toegeeflijk, doch hij eiste een goede uitspraak ;
2. in of als betaling verlangen, vorderen : wat eist ge voor het paard? contante betaling eisen;
3. als zijn recht doen gelden, vergen: de wet eist gehoorzaamheid; ik eis een goede behandeling (van u); men kan dat niet eisen, billijkerwijze verlangen;
4. (rechtst.) van de rechter als uitspraak verlangen: het Openbaar Ministerie eiste levenslang, drie jaren; — iets in rechte eisen, vorderen als hem toekomende; schadevergoeding eisen;
5. (gew.) vragen, bestellen: een borrel eisen;
6. tot voorwaarde (van zijn bestaan, welslagen enz.) hebben, behoeven, vereisen: dat eist overleg; dat vak eist bijzondere vaardigheid: alles eist zijn tijd;
7. (scheepst.) dat touw eist, t.w. gevierd, gestoken te worden, m.a.w. het hangt te strak; — het anker eist, houdt vast in de grond.