Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Eierplant

betekenis & definitie

v. (-en),

1. gew. ben. voor de kievitsbloem en voor de doornappel;
2. aubergine, melanzaan, uitheemse plant (Solanum melongena) die vooral in Zuid-Europa, W.- en Oost-Indië (terong) geteeld wordt, waar haar min of meer eironde vruchten als toespijs gegeten worden.