Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Eau

betekenis & definitie

(Fr.), v., water; (parf.) waterige oplossing van etherische oliën; — eau de Cologne, reukwater bestaande uit een oplossing van etherische oliën (bergamot-, citroen-, oranjebloesem-, rosmarijn-, lavendelolie enz.) in alcohol; — eau de lavande, lavendelwater; — eau de la reine, „koninginnewater”, een reukwater (lodderein); — eau de javelle, bleekwater; oplossing van gezuiverde potas met in water omgeroerde chloorkalk; — eau de labarraque, bleek- en vlekkenwater, gemaakt door ontleding van chloorkalk met soda; ook als mond- en gorgelwater gebezigd; — eau de chinine, kininewater, een haarwasmiddel; — eau des Carmes, Karmelietenwater, een aftreksel van kruiden op alcohol.