(<Fr.), v.,
1. uit-, rond-, verdeling: de distributie van brieven ; — (spel) kaartverdeling ;
2. in ’t bijz.: van de overheid uitgaande verdeling van levensmiddelen en andere verbruiksartikelen in rantsoenen die op daartoe aangewezen bonnen verkrijgbaar gesteld worden : distributie van suiker, van benzine; — meton. de dienst en het kantoor daarvan : ik moet naar de distributie ; hij werkt bij de distributie ;
3. (letterz.) zetsel dat opgeborgen kan worden;
4. indeling van een gebouw in vertrekken.