Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Directeur

betekenis & definitie

(Fr.), m. (-en, -s), (titel van) iem. die een inrichting, onderneming enz. bestuurt, een vereniging leidt: directeur van het postkantoor, van de gasfabriek, van een zangvereniging ; directeur van het Kabinet der Koningin ; in ’t bijz. hoofd van een middelbare, vak- of ambachtsschool : directcur(s)-generaal (der Posterijen, bij de Staatsspoorwegen enz.).