Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Dikte

betekenis & definitie

v. (-n),

1. het dik-zijn;
2. de afmeting dik (met of zonder maat): de dikte van liet ijs, van een boom ; een dikte van vier voet;
3. de toestand van dik (opeengepakt of dikvloeibaar) te zijn : de dikte van de mist, van de verf ;
4. dikke, verdikte, opgezwollen plaats; een dikte aan een tak ; hij heeft een dikte aan zijn voet.