Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Dertien

betekenis & definitie

telw.,

1. hoofdtelw.: tien plus drie: dertien wordt als ongeluksgetal beschouwd; — hij is er nummer dertien, men ziet er hem liever niet dan wel; — zo gaan er dertien in een dozijn, gezegd van alledaagse, onbeduidende personen of zaken ; — twaalf ambachten, dertien ongelukken, zie Ambacht; — in verb. vorm zelfst. gebruikt, dertien personen : wij waren met (ons) dertienen ;
2. rangtelw., dertiende: hij is van (het jaar) dertien, van 1913 ; vgl. acht.