Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Depot

betekenis & definitie

(<Fr.), o. (-s),

1. bewaargeving, nederlegging;
2. wat in bewaring gegeven is of in voorraad gehouden wordt; (hand.) voorraad van waren aan een derde ten verkoop gegeven; — zaak waar koopwaren in ’t klein voor rekening van de groothandelaar verkocht worden: een depot van wijnen ;
3. plaats waar iets in bewaring of voorraad gehouden wordt; — (krijgsk.) plaats waar troepen voor de dienst bestemd, verzameld, gekleed en geoefend worden : ’t koloniaal depot te Harderwijk ; — verzamelplaats van paarden en krijgsmaterieel.