Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Deelwoord

betekenis & definitie

o. (-en), (spraakk.) vorm van het werkwoord die de werking als attribuut ener zelfstandigheid voorstelt; het onvoltooid deelwoord of tegenwoordig deelwoord stelt de werking als aan de gang zijnde voor : een vallend blad ; het voltooid of verleden deelwoord stelt de werking als geschied voor: een gevallen blad. Het laatste wordt ook tot vorming der samengest. tijden gebruikt.