Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Daveren

betekenis & definitie

(daverde, heeft gedaverd),

1. (inz. Zuidn.) trillen, schudden;
2. een zwaar, dof, weerklinkend en verstervend geluid voortbrengen, dreunen: de grond daverde van de schok ; een daverend geluid ; de zaal daverde van het applaus ; — een daverend applaus, sterk en algemeen applaus ; — hij sloeg, vloekte dat het daverde. luid weerklinkend.