Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Cultuur

betekenis & definitie

(<Fr.), v. (...turen),

1. bebouwing van de grond met gewassen: een stuk grond in cultuur brengen; ontginning.
2. verbouw van een nuttig gewas in het groot, inz. in Indië (in deze bet. veelal in de vorm culture, mv. cultures).
3. massa van op een geschikte voedingsbodem aangekweekte bacteriën ener bepaalde soort.
4. beschaving, verfijning van het geestelijk en zedelijk leven, resp. het daarin bereikte peil, beschavingstoestand: de bloei der cultuur; een gevaar voor de cultuur; cultuur is meer dan civilisatie; — die toestand met betr. tot een bep. volk of een bep. tijd: de westeuropese cultuur; primitieve culturen.