Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Crimineel

betekenis & definitie

(<Fr.-Lat.), bn. bw.,

1. (w. g.) schuldig aan een misdrijf, wegens een misdrijf vervolgd of veroordeeld.
2. betr. hebbend op misdrijven, strafrechtelijk; crimineel recht, strafrecht; een criminele zaak, een strafzaak; criminele anthropologie, wetenschappelijk onderzoek betreffende de lichamelijke en geestelijke kenmerken van de misdadiger; — criminele sociologie, wetenschappelijk onderzoek der misdaad als maatschappelijk verschijnsel en van de middelen te harer bestrijding; — een criminele aanleg, misdadige aanleg.
3. in ergerlijke of hinderlijke mate: hij vloekt crimineel; ’t is crimineel koud; — het is crimineel, het is ongehoord, vreselijk: het is crimineel zoveel schulden, als hij in die korte tijd gemaakt heeft; — (gew. en Zuidn.) hij is crimineel, door en door dronken.