Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Corps

betekenis & definitie

(<Fr.), o. (-en),

1. gesloten groep van personen door gelijksoortige werkzaamheden bijeenbehorende, al of niet bepaaldelijk een vereniging vormende; vgl. muziek-, studentencorps, beide gewoonlijk bij verkorting corps genoemd: het corps der schutterij; hij is lid van het corps; — in Fr. vorm: corps de ballet, de gezamenlijke balletdanseressen; — corps diplomatique, de gezamenlijke gezanten, attachés enz. van vreemde staten bij een hof; — en corps, gezamenlijk, allen te zamen.
2. legerafdeling, zie KORPS.
3. dikte ener drukletter, formaat van een bepaald type uitgedrukt in punten: de aantekeningen zijn gedrukt in hetzelfde type maar met een kleiner corps.