(Fr.), m. (-s, -en),
1. ambtenaar, beambte belast met contrôle: controleur bij de trams, treinen, die toezicht houdt op de plaatsbewijzen.
2. ambtenaar van bepaalde rang bij het B.B. in Indië.
3. (Zuidn.) ambtenaar van bepaalde rang, onderinspecteur, bij het Ministerie van Geldwezen.
4. toestel voor contrôle.