(Fr.),
I. zn. v., dubbel verlies in het omberen quadrillespel, wanneer de tegenpartij meer slagen behaalt dan de speler ;
II. bn. bw., (in het omberspeL enz.) ik ben codille, ik ben weg, ik kan het toch niet winnen ; — fig.: hij is codille, ’t is mis met hem; — hij heeft het codille verloren, finaal, reddeloos verloren.