Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Chloor

betekenis & definitie

v. en o., chem. element (Cl) uit de zevende groep van het periodiek systeem, een scherp prikkelend groengeel gas dat bijna alle metalen aantast, plantaardige kleurstoffen bleekt en ziektekiemen doodt;

2. chloorkalk, bleekpoeder; — oplossing hiervan in water: het wasgoed staat in de chloor.