(borduurde, heeft geborduurd),
1. figuren, randen, festoenen enz. met de naald in goud, zijde enz. op of in een stof werken: geborduurde zakdoekjes; bloemen borduren; — (fig.) een geschiedkundige roman is een roman, geborduurd op het stramien der geschiedenis.
2. (van verhalen, beschrijvingen enz.) ze opsmukken, overdrijven om de voorstelling fraaier of indrukwekkender te maken.