Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Bordes

betekenis & definitie

o. (-sen),

1. verhoogde stoep met treden, met of zonder leuning, hetzij aan de voor-, of aan de tuinzijde van een huis.
2. vloertje, portaal, veelal vier- of vijfmaal zo breed als de aantreden, boven aan of midden in een trap.
3. verheven zit- of standplaats, b.v. van een bestuurder.
4. (Zuidn.) tamboer, uitgebouwd, overdekt houten portaal voor de ingang van een huis.
5. (Zuidn.) plank voor een winkelraam om waren op uit te stallen.
6. plank boven de keldertrap; houten of stenen luik om een keldergat mede te sluiten.