v. (-en),
1. boerenwoning met of zonder bijgebouwen en bijbehorend land.
2. (w. g.) het bedrijf, de nering van boer, het boeren: de boerderij af schaffen, verminderen; de boerderij levert tegenwoordig weinig op; — (Z.-A.) hij gaat aan met de boerderij, ’t gaat hem goed als boer.