Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Blijdschap

betekenis & definitie

BLIJSCHAP, v.,

1. vrolijkheid;
2. sterk gevoel van voldoening, aangename stemming: haar hart klopte van blijdschap; met blijdschap iem. begroeten, helpen; dat is geen lange blijdschap geweest, daar hebben ze niet lang pleizier van gehad;
3. dat waarin men zich verheugt: Gij zijt onze blijdschap (1 Thess. 2 : 20).