Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Blaadje

betekenis & definitie

o. (-s, bladertjes), klein blad (in alle betek.); (plantk.) afzonderlijk blad van een samengesteld blad; (fig.) bij iem. in een goed blaadje staan, bij iem. in gunst, goed aangeschreven staan; — een oude bok lust ook nog wel een groen blaadje, gezegd van een bejaard man, die met een jongere vrouw verkeert of gaat trouwen, of die nog graag naar de jonge meisjes kijkt (of gaat); — het blaadje is gekeerd, de fortuin heeft zich gekeerd (ten nadele); — laat ons het blaadje eens omkeren, de zaak eens van een andere kant beschouwen.