Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Bezorgen

betekenis & definitie

(bezorgde, heeft bezorgd),

1. zorg dragen dat iem. of iets goed terecht komt of op de juiste wijze behandeld wordt, of dat iets geschiedt, zorgen voor: zijn kinderen zijn bezorgd, hun toekomst is verzekerd; hij heeft veel te bezorgen ; hij is daar bezorgd, onder dak gebracht (met de bijgedachte dat hij geen last meer kan geven); — in boektitels: zevende uitgave, bezorgd door Dr. A. B. ; — (Zuidn.) iem. bezorgen, voor hem zorgen;
2. verschaffen, zorgen dat iem. iets krijgt: gij moet ons geld bezorgen; iem. een betrekking bezorgen;
3. op de hals brengen, veroorzaken : iem. veel moeite, verdriet bezorgen ; dat heeft hem de korf bezorgd, doen zakken bij zijn examen;
4. op een bepaalde plaats of bij een bepaald persoon brengen: brieven en boodschappen te bezorgen hiernaast.

< >