Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Bevestigen

betekenis & definitie

(bevestigde, heeft bevestigd),

1. vastmaken : de delen der machine zijn met schroeven aan elkaar bevestigd;
2. (hist.) (een plaats) versterken, in staat van verdediging brengen;
3. vaster maken: de uitzondering bevestigt de regel; (een bewering) aannemelijk maken : mijn mening wordt hierdoor bevestigd, door nieuwe bewijsgronden versterkt, als juist aangetoond; de uitkomst zal het bevestigen, als juist doen kennen; — zijn verklaring met een eed bevestigen, bekrachtigen; — een troon bevestigen, de positie van de vorst versterken; — de nieuwe orde van zaken bevestigen, daarin geen verandering brengen ; een vonnis bevestigen, het er tegen gericht beroep verwerpen ;
4. zeggen dat iets zo is als gevraagd of ondersteld wordt: op mijn vraag bevestigde hij dat hij er geweest was ; vgl. Bevestigend ;
5. (een verklaring of overeenkomst) volledige kracht geven : in dat schrijven bevestigde Prins Willem de voorrechten van Leiden; de nieuwe vorst moest de verschillende priviIegiën bevestigen, verklaren dat hij ze onveranderd zou handhaven ;
6. iem. plechtig met een rang, een waardigheid bekleden; (kerk.) lidmaten bevestigen, hen, nadat ze de belijdenis hebben afgelegd, bij een openbare godsdienstoefening (in tegenst. tot aannemen dat door de kerkeraad geschiedt) als leden der Kerk inzegenen; — een predikant bevestigen, een nieuw-beroepen predikant plechtig verbinden aan zijn gemeente.