o., g.mv., droefheid, spijt over iets waaraan men verkeerd heeft gedaan; inz. droefheid over iets -waardoor men zich heeft bezondigd, met de bijgedachte aan het ernstig verlangen naar beterschap: berouw over iets hebben, gevoelen; niet weer doen is het beste berouw; met oprecht berouw; — (spr.) hij heeft er zoveel berouw van als haren op zijn hoofd, zeer veel berouw; — (R.-K.) volmaakt berouw, enig uit liefde tot God; onvolmaakt berouw, uit vrees voor straf, met een beginnende liefde tot God; slaafs berouw, alleen uit vrees voor straf; — akte van berouw, gebed dat aan de droefheid des harten de geformuleerde uiting geeft.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk