bn.,
1. te paard gaande: de bereden wapens, die afdelingen manschappen van een leger welke hun dienst te paard verrichten; — de bereden politie, politie te paard: — een bereden officier, die het recht heeft voor rijksrekening een paard te houden.
2. een bereden paard, mak.
3. een bereden ruiter, geoefend.