Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Beleg

betekenis & definitie

o., g. mv.,

1. militaire insluiting ener stad of vesting om ze te veroveren: het beleg slaan (voor); het beleg opbreken; — staat van beleg, toestand waarbij het hoogste gezag in handen der militaire overheid wordt gegeven, de burgerlijke wetten geschorst zijn en de burgerlijke vrijheid aan banden gelegd (in tijden van beroering, oproer en oorlog).
2. (gew.) overleg, beraad.