(Zuidn. ook BENDIG), bn. bw. (-er, -st), vlug, handig, bij de hand; een behendiqe jongen; — vaardig, gevat: een behendige taktiek; — op vaardige, handige wijze: behendig wist hij hiervan partij te trekken; behendig klom hij achterop (een rijtuig), vlug, knaphandig; — hij wist het mechaniek weer behendig in elkaar te zetten, bedreven, vlug en goed.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk