bn. bw. (-er, -st),
1. (vero.) denkbaar, alle bedenkelijke bezwaren zijn uit de weg geruimd;
2. ongerustheid wekkende, (minder sterk dan), zorgelijk : een bedenkelijk geval; dat ziet er bedenkelijk uit, dat is alles behalve rooskleurig; — een bedenkelijke ziekte; de zieke is, ligt bedenkelijk, is gevaarlijk ziek ;
3. nadenken, twijfel, onzekerheid uitdrukkend: een bedenkelijk gezicht zetten ; bedenkelijk het hoofd schudden.