Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Bedeling

betekenis & definitie

v. (-en),

1. uitreiking van gaven aan de armen; — in de bedeling zijn, tot de bedeling behoren, uit de armenkas (der gemeente of der kerk) ontvangen;
2. de uitgedeelde giften;
3. plaats waar bedeeld wordt: naar de bedeling gaan; — juffrouw ! ga je mee naar de bedeling ? onder arme mensen spottend en honend gezegd tegen iem. die boven haar stand gekleed gaat; een jurk, een jas, een hoedje van de bedeling, spottend gezegd wanneer zij iem. niet passen of niet goed staan;
4. (in bijb. stijl) het toebedelen van Gods gaven ; Oude en Nieuwe bedeling, Oude en Nieuwe Testament; — (bij verg.) wij leven hier nog onder de oude bedeling, de oude regeling, de oude toestand.