Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Armoedig

betekenis & definitie

bn. bw. (-er, -st),

1. blijk gevende van de armoede van de bezitter, behoeftig, schamel: een armoedig vertrek; armoedige kleding ; ook : een armoedig leven hebben ; een armoedig gezin, in armoede verkerende ; —
2. fig. van geestelijke waarden: een armoedige kunst, gebrekkig, onoorspronkelijk ; —
3. niet veel opleverende : een armoedig baantje; een armoedige bodem, boerenplaats, onvoordelig, ook een armoedige stal met vee, dat er treurig uitziet; —
4. geringschattend gezegd van een hoeveelheid of een bedrag : een armoedige tweehonderd gulden.