bn. (-er, -st), bw.,
1. bn., van boos opzet vervuld, boosaardig, loos en vals : een arglistig vorst, volk ; van zaken (vgl. argeloos) : een arglistig hart; een arglistige poging ;
2. bw., op de genoemde wijze : iem. arglistig in een valstrik lokken.