A(L)SJEBLIEFT', bw. uitdr. en tw.,
1.als beleefde aandrang bij een verzoek : een woordje, alstublieft; (in schrijftaal afgekort als a.u.b.) ; — als versterking bij een nadrukkelijk verzoek: schei toch alsjeblieft uit met dat lawaai! ook als tw. : zitten! alsjeblieft!
2. als beleefdheidsformule bij het aanreiken, resp. aanvaarden van iets : alstublieft, hier is uw kopje; mag ik u nog eens inschenken ? alstublieft! ; — gew. ook zoveel als gaarne, bij het toestaan van een verzoek ;
3. tw., als bevestigingsformule (gemeenz.): ’t is knap koud., hè? alsjeblieft!