Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Alcohol

betekenis & definitie

(<Ar.), m. (-en),

1. (scheik.) alcoholen, benaming voor een groep van organische verbindingen, afgeleid van koolwaterstoffen door een of meer waterstofatomen door hydroxylgroepen te vervangen : houtgeest is een vergiftige alcohol ;
2. (in engere zin) aethylalcohol. I wijngeest, een heldere, kleurloze, brandbare vloeistof ; — absolute alcohol, geheel zuivere alcohol, zonder vermenging met water ;
3. sterkedrank, inz. jenever : verslaafd aan alcohol ; — (bij overdr.) gebruik van sterkedrank : alcohol en snelverkeer gaan niet samen.