Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Afstamming

betekenis & definitie

v., g. mv.,

1. bloedverwantschap in de nederdalende lijn; de afstamming van wettige kinderen wordt bewezen door de akten van geboorten ; aanzienlijk van afstamming, van afkomst; — een edelman van afstamming, wiens voorouders tot de adelstand behoorden;
2. (fig.) de verwantschap van een woord met zijn grondwoord ; de betrekking waarin de betekenissen der woorden, de begrippen die zij uitdrukken, staan tot de grondbetekenis waaruit zij zijn afgeleid: de woordafleidkunde onderzoekt de afstamming en vorming der woorden ;
3. (dicht., ongewoon! nakroost, nakomelingen.