Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Afschijnsel

betekenis & definitie

o. (-s, -en),

1. teruggekaatst lichtbeeld : het afschijnsel der ondergaande zon op de ruiten;
2. (fig. in de hogere stijl) afbeelding van zichtbare dingen die als iets luisterrijks of heerlijks worden voorgesteld ; of wel, de zichtbare openbaring van onzichtbare wezens en onzinnelijke begrippen waaraan luister en heerlijkheid worden toegekend ;
3. evenbeeld, voorgesteld als zijn glans aan het voorbeeld ontlenende, inz. in bijbeltaal: Jezus wordt het afschijnsel der heerlijkheid zijns Vaders genoemd.

< >