Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Afkeuren

betekenis & definitie

(keurde af, heeft afgekeurd),

1. niet goedkeuren: lotelingen afkeuren, ze voor de dienst ongeschikt verklaren; — maten en gewichten afkeuren, verklaren dat ze niet aan de vereisten voldoen ; — een huis afkeuren, het onbewoonbaar verklaren; — materiaal, eetwaren afkeuren, ze ongeschikt voor gebruik of consumptie verklaren: af gekeurd vlees, hout; — munten afkeuren, buiten koers stellen; — 2. (handelingen, gevoelens en gezegden) min of meer ongunstig oordelen over, laken, verwerpelijk achten: een uitdrukking, een rede, een gedicht afkeuren; — die daad is af te keuren, verdient afkeuring.