bn. en bw.,
1. (van voorwerpen, handelingen, gezindheden) aan de verering van valse godheden gewijd: afgodische plechtigheden ;
2. (van personen) eig. afgoden aanbiddend, meest overdr. : dwepend, hartstochtelijk, t.w. in verering of liefdebetoon: een afgodisch vereerder van het toneel; — (van gemoedsaandoeningen en hartstochten) blijk gevende van blinde ingenomenheid met iem. of iets: afgodische verering, liefde; — bw., op afgodische wijze.