Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Achterlijk

betekenis & definitie

bn. en bw. (-er, -st),

1. ten achteren zijnde in lichamelijke of geestelijke ontwikkeling (van. pers.) of in groei (van dieren, bomen en planten);
2. ten achteren in het verrichten van zijn werk of het volbrengen zijner verplichtingen (van personen); achterlijk blijven, zich achterlijk betonen in iets of in iets te doen, nalaten te doen;
3. bw. (zeew.) op een achterwaarts gelegen plaats; achter: achterlijk van —; — van achteren; de wind komt achterlijk in; — vand. als secund. bn.: een achterlijke wind.