Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Achtereen

betekenis & definitie

bw.,

1. (bij handelingen) zonder tussenpozen: een werk achtereen afdoen; een boek achtereen uitlezen, zonder het met iets anders af te wisselen;
2. bijna onafgebroken, met geringe tussenpozen: driemaal achtereen won hij de partij;
3. (bij namen van tijdruimten) zonder tussenpozen: een jaar, drie maanden achtereen (bij achtereen, achter elkander stelt men zich het tijdsverloop als een reeks van elkander opvolgende tijden voor, bij aaneen als een geheel: hij is drie maanden achtereen met verlof geweest; hij heeft daar twintig jaar aaneen gewoond);
4. bij meerv. tijdsbegr.: in ieder der bedoelde perioden: wij zijn drie jaren achtereen in Noordwijk geweest, ieder jaar in de vacantie;
5. (gew.) straks, aanstonds, terstond.