(duidde aan, heeft aangeduid),
1. zonder rechtstreeks gebaar aanwijzen, b.v. door herkenningstekenen op te geven: een huis, een persoon aanduiden;.
2. (een begrip) door omschrijving kenbaar maken, uitdrukken; — (fig.) wijzen op, te kennen geven, openbaren : zijn houding duidt zijn ontevredenheid aan;
3. betekenen : het woord vrijpostig duidt thans een ongunstige', hoedanigheid aan.