Van Alexander tot Zeus Lexicon

Eric Moormann en Wilfried Uitterhoeve (2007)

Gepubliceerd op 08-03-2017

Peleus

betekenis & definitie

Peleus was de zoon van Aiakos van Aigina en Endeïs; vader van Achilleus. Met zijn broer (bij Homeros zijn vriend) Telamon doodt hij zijn halfbroer Phokos uit jaloezie wegens diens atletische vermogens. Hij vlucht naar het hof van de koning van Phthia, Eurytion, die hem zuivert van de moord en hem zijn dochter Antigone tot vrouw en een derde van zijn koninkrijk schenkt.

Hij en zijn schoonvader nemen deel aan de jacht op het zwijn van Kalydon (Meleagros). Wanneer Peleus tijdens deze jacht per ongeluk met zijn speer zijn schoonvader Eurytion dodelijk heeft getroffen, neemt hij opnieuw de wijk, nu naar Iolkos, waar koning Akastos hem zuivert.

Als Peleus weigert in te gaan op de avances van Akastos’ vrouw Astydameia, drijft deze Antigone tot zelfmoord door bij haar de indruk te wekken dat Peleus wil trouwen met een dochter van Akastos, Sterope. En bij Akastos stelt ze Peleus in een kwaad daglicht door te beweren dat deze haar, Astydameia, heeft trachten te verleiden.

Akastos wil niet zelf de hand slaan aan Peleus, die hij heeft gezuiverd en als gastvriend heeft opgenomen. Hij beraamt een andere manier om aan het leven van Peleus een einde te maken. Op de berg Kithairon daagt hij Peleus, teneinde hem tot uitputting te brengen en aldus kwetsbaar te maken, ertoe uit evenveel wild buit te maken als hij, Akastos, zelf. Peleus volstaat ermee de tongen van de door hem gedode dieren uit te snijden en toont deze, wanneer hem honend voor de voeten wordt geworpen dat hij geen buit heeft bemachtigd. Peleus legt zich dan te ruste, waarop Akastos hem het zwaard ontneemt en dit verbergt, erop rekenend dat Peleus zal worden gedood door de naburige Kentauren. Maar de ‘goede’ Kentaur Cheiron verijdelt dit plan door Peleus tijdig te waarschuwen en hem het zwaard terug te bezorgen.

Peleus neemt later wraak door met behulp van Iason en de Dioskouren Iolkos in te nemen en Akastos en Astydameia te doden. Daarna trekt Peleus zich terug in Phthia.

Zeus bewijst Peleus de eer hem Thetis, zee-godin en dochter van Nereus, als vrouw toe te zeggen. Verschillende redenen worden genoemd. Het zou een betuiging van respect zijn voor de standvastigheid van Peleus tegenover Astydameia. Volgens een andere traditie zou Zeus Thetis door dit huwelijk met een sterveling hebben willen straffen, omdat zij zich uit respect voor haar opvoedster Hera niet aan Zeus had willen geven. Meestal wordt verteld dat Zeus Thetis begeerde, maar van de verhouding had afgezien omdat hij van Prometheus de waarschuwing had ontvangen dat de zoon van Thetis sterker zou blijken dan zijn vader.

Thetis voelt niet voor de verbintenis met de sterfelijke Peleus en deze wint haar pas na een lange strijd, waarin zij de meest uiteenlopende gedaanten aanneemt: vuur, water, wind, een boom, een vogel, een tijger, een leeuw, een slang en ten slotte een inktvis. Als Peleus zijn greep op haar behoudt, moet zij zich gewonnen geven. Het huwelijk wordt gevierd met een groot feest, waaraan door alle goden wordt deelgenomen. De godin van de tweedracht Eris echter, die niet was uitgenodigd, neemt wraak door tussen de feestgangers de twistappel te werpen, bestemd ‘voor de schoonste’ (Paris).

Op het huwelijk rust geen zegen. Thetis raakt bij haar pogingen om hun zoontje Achilleus onsterfelijk te maken, in conflict met Peleus en trekt zich verstoord terug in de zee. Zij laat de opvoeding van haar kind over aan de wijze Kentaur Cheiron.

In de tragedie Andromache laat Euripides de oude Peleus Andromache, die als slavin aan zijn kleinzoon Neoptolemos was toegewezen, in be-scherming nemen tegen Menelaos en Hermione, die haar naar het leven staan. Peleus speelt ook een rol in verhalen met betrekking tot Herakles en de expeditie van de Argonauten. Als de Argonauten begrafenisspelen houden rond het lijk van Pelias, verliest Peleus in een worstelwedstrijd van de enige deelneemster aan de expeditie, Atalante.

Deze worstelwedstrijd en de deelneming van Peleus aan de Argonauten-expeditie zijn vanaf de 6e eeuw v.C. op Griekse vazen te vinden. Daarnaast zijn er afbeeldingen van de bruiloft (bijvoorbeeld op de François-vaas ca. 570 in Florence), van Peleus die de kleine Achilleus aan Cheiron overhandigt, en vooral van de worste-ling van Peleus met Thetis, die dan meestal als slang wordt afgebeeld.

De bruiloft en de komst van Eris worden even-als het oordeel van Paris vanaf de 14e-eeuwse Ovide moralisé dikwijls in Metamorfosen-commentaren behandeld, hoewel Ovidius zelf ze niet beschrijft. Wel is er een gedicht van Catullus dat als basis kan hebben gediend. Deze teksten hebben bijgedragen aan de populariteit van dit ‘feest der goden’ vanaf de renaissance tot in de 19e eeuw (bijv. Burne-Jones 1881). De 15e-eeuwse Florentijnse schilder Bartolommeo di Giovanni beeldt het festijn af in een schilderij waarin het feestmaal wordt bereid door Kentauren. Vooral de Hollandse maniëristen hebben het feestmaal veel geschilderd op drukbevolkte doeken, meestal met inbegrip van de interventie van Eris en/of het oordeel van Paris. In navolging van eerdere commentaren interpreteert Van Mander in zijn Wtleggingh het verhaal als een waarschuwing aan machthebbers om onderlinge twist tot elke prijs te vermijden. Het schilderij van Cornelis van Haarlem 1592-93, bestemd voor het Prinsenhof te Haarlem (nu Frans Hals Museum aldaar), zal deze gedachte hebben weergegeven. Andere voorbeelden zijn Wtewael o.m. 1602 en 1610 en A. Bloemaert ca. 1593-94 en 1594 (Mauritshuis Den Haag).

In het muziektheater van de 17e eeuw biedt het bruiloftsthema gelegenheid tot een waar ‘festa teatrale’: bijv. een Venetiaanse opera van Cavalli/Persiani 1639 en de eerste in Frankrijk opgevoerde Italiaanse opera van Caproli/Buti 1654. Sprekend voorbeeld van de hoftradities in deze: de Zweedse koning Gustaaf iii componeerde mee aan de opera van Uttini/Wellander 1773. Ook cantates over het huwelijk van Peleus en Thetis konden vorstelijke huwelijken opluisteren: Händel 1734 voor het Engelse hof, Basso Bassi 1796 voor het Weense hof en Rossini 1816 voor Napels.