Van Alexander tot Zeus Lexicon

Eric Moormann en Wilfried Uitterhoeve (2007)

Gepubliceerd op 08-03-2017

Artemisia II

betekenis & definitie

Artemisia II († 351 v.C.) was de zuster en tevens echtgenote van Maus(s)ol(l)os, die van 377 tot 353 satraap was van Karië. Deze had zijn gebied tamelijk zelfstandig weten te maken en de door hem gestichte residentie Halikarnassos (nu Bodrum) tot een welvarende stad gemaakt. Zijn overlijden in 353 dompelde Artemisia in diepe rouw. Ze mengde zijn as door een drank en nam aldus zijn overblijfselen tot zich. Uit alle windstreken liet zij kunstenaars komen om voor haar gemaal een grandioos grafmonument te bouwen en te decoreren: het Mausoleum, een van de Zeven Wereldwonderen. Gebroken door verdriet overleefde ze haar man slechts enkele jaren. Vermoedelijk is reeds Mausolos enige jaren voor zijn dood met de bouw van het Mausoleum begon-nen en was daar in de stadsplanning rekening mee gehouden. Volgens Plinius Maior waren de architecten Pytheos en Satyros en de kunstenaars Leochares, Bryaxis, Skopas en Timotheos. Het ca. 42 meter hoge monument is een van de eerste graven met realistische portretten van de overledenen. Deze beelden, alsmede friezen en andere delen van het gebouw, bevinden zich thans in het British Museum te Londen ten gevolge van de expeditie door Charles T. Newton in 1846-58. Ter plaatse zijn door opgravingen in de laatste decennia nog resten van fundamenten en decoratie aan het licht gekomen. Het monument diende in 1503-09 de johannieters als groeve voor bouwmateriaal voor fortificaties tegen de Turken.

Artemisia dankt haar bekendheid vooral aan Valerius Maximus, die haar opvoert als exemplum van weduwentrouw, en aan Cicero, die haar in zijn Tusculum-gesprekken noemt in een vertoog over troost en ontroostbaarheid. Hierover spreken ook Diodoros, Strabo en Gellius.

Vanaf de 16e eeuw is het tafereel met het drinken van de as enkele tientallen malen in de schilderkunst voorgesteld, onder meer door Tintoretto ca. 1555, Guercino 1642, Subleyras eerste helft 17e eeuw, Anwander ca. 1755 en Kremser Schmidt 1782. Deshayes exposeerde op de Salon van 1765 een doek met Artemisia bij het graf van Mausolos. In de Lage Landen kennen we doeken van Rubens ca. 1615-16 en Honthorst 1630-35: beide hebben zich naar alle waarschijnlijkheid bevonden in de collectie van Amalia van Solms, de weduwe van Frederik Hendrik.

Een eerbetoon aan een andere vooraanstaan-de weduwe was de tekst van de hoveling Nicolas Houel 1562 over Artemisia, namelijk aan Catharina de Medicis, weduwe van Hendrik ii. De kartons die Caron 1562-75 op basis van deze tekst voor een serie wandtapijten ontwierp, werden aanvankelijk niet gebruikt. Alleen ‘La remise du livre et de l’épée’ werd als schilderij ca. 1575 uitgewerkt: het is een allegorie van de opvoeding in het goede bestuur van de latere koning Karel ix. Pas in de 17e eeuw werden in Vlaamse ateliers en in de koninklijke Manufacture des Gobelins Artemisia-tapijten naar Carons ontwerpen geweven, nu voor de vorstelijke weduwen Maria de Medicis en Anna van Oostenrijk. In het park te Versailles is zij, met een beeld van Lefèvre en Desjardins 1687-94, een van de weinige historische figuren in de overwegend mythologisch geïnspireerde parkdecoratie.